Still working to recover. Please don't edit quite yet.

Ferdinand Domela Nieuwenhuis

From Anarchopedia
Revision as of 20:33, 18 April 2009 by Nibbana (Talk | contribs) (Ferdinand Domela Nieuwenhuis)

(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search

Ferdinand Domela Nieuwenhuis (Amsterdam, 31 december 1846Hilversum, 18 november 1919) was een Nederlands politicus, sociaal-anarchist, en antimilitarist.

Hij geldt als één van de oprichters van de socialistische beweging in Nederland. Tevens was hij de oprichter van het tijdschrift De Vrije Socialist.

Oorspronkelijk heette hij Nieuwenhuis maar in 1859 kreeg zijn familie toestemming om de achternaam Domela toe te voegen.

Levensloop[edit]

Hij was de zoon van Ferdinand Jacobus Domela Nieuwenhuis, luthers predikant en hoogleraar theologie, en Henriette Frances Berry. Hij huwde vier keer, drie echtgenoten stierven op het kraambed. In 1870 huwde hij Johanna Lulofs met wie hij twee zoons kreeg, zij overleed in 1872. Hij hertrouwde in 1874 met Johanna Adriana Verhagen met wie hij twee dochters kreeg, zij overleed in 1877. Hij hertrouwde in 1880 met Johanna Frederika Schingen Hagen met wie hij een zoon kreeg, zij overleed in 1884. Hij hertrouwde in 1891 met Johanna Egberta Godthelp met wie hij een dochter en twee zoons kreeg, waaronder de latere kunstschilder César Domela Nieuwenhuis.

Aanvankelijk werd Domela Nieuwenhuis in 1870 Luthers predikant in Harlingen waar hij een afdeling van de Vredesbond opricht waarvoor hij zijn eerste socialistische brochure schreef. Hij steunde de arbeiders die om loonsverhoging vroegen. Na de dood van zijn tweede vrouw in 1879 brak hij met de kerk en werd atheïst. Hij ging in 1875 naar Duitsland om daar het sociale probleem te bestuderen en hij had interesse voor sociaal werk. Tijdens zijn functie als predikant was hij in contact gekomen met sociale problemen in gesprekken met de leden van zijn gemeente.

Toen hij gestopt was als predikant, ging hij lezingen houden over het sociale vraagstuk en zijn eerste lezing was bij het Algemeen Nederlands Werkmans Verbond. Na de lezing kwam hij in contact met de voorzitter en hij werd lid. In zijn lezingen 'preekte' hij tegen de vijf K's: Kerk, Koning, Kapitaal, Kazerne, en Kroeg. Ook werkte hij als redacteur bij het socialistische blad Recht voor Allen, een blad dat hij mede had opgericht. Ook werd hij lid van de Vrijdenkersvereeniging De Dageraad. In 1879 gaf hij een lezing voor de Sociaal Democratische Vereniging. Na de lezing kwam hij in gesprek met dhr W. Atsma en die wist hem te overtuigen om lid te worden.

In 1887 zat hij gevangen na een veroordeling wegens majesteitsschennis, omdat hij een anarchistisch artikel in Recht voor Allen had gezet. Hij nam de schuld op zich voor een artikel, waarin Willem III "Koning Gorilla" werd genoemd. Ook de beoordeling van een tiental blanco bladzijden voorstellende de Activiteiten des Konings viel totaal verkeerd. Hij kreeg heel veel steunbetuigingen. Dat was voor hem de reden om ervoor te zorgen dat politieke gevangenen anders behandeld werden dan niet-politieke gevangenen. Sprak men over verplichte gevangenisarbeid als zakjesplakken, Domela mocht het iets betere dozen vouwen. Bij zijn vervroegd ontslag, toen hem na zeven maanden gratie werd verleend, ontving hij een gedragen pak van de directeur als geschenk.

Toen de Sociaal Democratische Verenigingen zich samensmolten tot de Sociaal Democratische Partij, meestal met Sociaal-Democratische Bond (SDB) aangeduid, kozen zij Domela Nieuwenhuis als secretaris. Hij pleitte voor de gelijkberechtiging van mannen en vrouwen, geheelonthouding en invoering van het algemeen kiesrecht. Domela Nieuwenhuis trad tijdens verkiezingsbijeenkomsten veelvuldig op als spreker.

thumb|left|Standbeeld Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Nassauplein, Amsterdam De Friese Volkspartij stelde Nieuwenhuis in 1888 kandidaat voor de Tweede Kamerverkiezingen in het Friese kiesdistrict Schoterland. Hij behaalde 31,6 % van de stemmen, meer dan de Anti-Revolutionaire kandidaat, en drong zo door tot de tweede ronde. Zijn tegenstander was Bernardus Hermanus Heldt, voorzitter van het Algemeen Nederlands Werklieden Verbond en kandidaat namens de liberale kiesvereniging.

De verkiezingen van dat jaar werden beheerst door de tegenstelling van liberalen en (voor het eerst) samenwerkende confessionelen. In het vuur van de strijd ontried het gereformeerde dagblad De Standaard de kiezers in Schoterland om op de liberaal te stemmen. Zo kwam Domela Nieuwenhuis volkomen onverwacht in het parlement.

Omdat hij alle kleine zaken goed wist te formuleren en op te schrijven in Recht voor Allen won het socialisme in het land aan populariteit. Hij bezocht de congressen van de Tweede Internationale waar hij onder andere pleitte voor een algemene staking bij het uitbreken van oorlog. In 1891 stelde hij zich met tegenzin weer herkiesbaar, maar werd verslagen door zijn tegenkandidaat. In 1894 splitste de SDB in de Sociaal Democratische Arbeiders Partij en de Socialistenbond waar hij tot 1898 lid van bleef. Hij wendde zich af van de parlementaire democratie en werd anarchist. Na 1890 liet Domela politiek weinig meer van zich horen. In 1903 verhuisde hij naar het Gooi en wijdde zich aan zijn publicistisch werk. Hij schreef veel historische boeken waaronder veel biografieën. In 1910 publiceerde hij zijn memoires Van Christen tot Anarchist.

In 1887 erfde Domela Nieuwenhuis een kapitaal van zijn schoonmoeder. Hij investeerde 30.000 gulden in een koffieplantage. Deze investering, die op gespannen voet stond met zijn socialistische idealen, werd in Nederland pas veel later bekend.

Hij was in Nederland populair door zijn optredens bij stakingen van ambachtslieden, maar ook bij die van de veenarbeiders. In veel arbeiderswoningen was een foto van hem te vinden. Omdat hij in zijn leven opkwam voor de Friese veenarbeiders, kreeg hij de bijnaam Us Ferlosser. In Heerenveen is anno 2004 nog steeds het Domela Nieuwenhuismuseum (onderdeel van het Museum Willem van Haren) te vinden.

Nadat hij eind 1919 op 72-jarige leeftijd in Hilversum was overleden, werd hij gecremeerd (een van de eersten) op Westerveld in Velsen. Zijn rouwstoet, waar 12.000 sympathisanten aan deelnamen, trok door Amsterdam [1]. In 1931 werd zijn standbeeld, gemaakt door Johan Polet, in Amsterdam onthuld. Het staat op het Nassauplein, in Amsterdam-West, naast het Westerpark. Nabijgelegen is ook het naar hem vernoemde Domela Nieuwenhuisplantsoen.

Literatuur[edit]

Zie ook[edit]

Externe links[edit]

  • NRC, 22 november 1919, avondblad